De voortplantingsperiode

Enkele tips voor een goede start

Sommige vogelsoorten zijn gemakkelijker te kweken dan andere.

Met de grasparkiet gaat dat bijvoorbeeld beter dan met de grote alexanderparkiet:
– De grasparkiet is geslachtsrijp op 6 maanden, maar je wacht het best minstens 1 jaar voor je ze laat paren (grootte van het nestkastje: 17 cm breed, 25 cm lang en 30 cm hoog, met een opening van 5 cm).
– De grote alexanderparkiet is pas geslachtsrijp na 3 jaar (grootte van het nestkastje: 90 cm op 40 x 40 met een opening van 12 cm).

Kortom: deze 2 soorten hebben niet dezelfde geslachtsrijpheid. Als je vogels wilt kweken, start je dus het best met kleine parkieten (grasparkieten) om daarna over te gaan op middelgrote parkieten (valkparkieten) en tot slot grote parkieten (rosella's).

Hoe weet ik of ik een mannetje of een vrouwtje heb?

Er zijn 3 manieren om dat te ontdekken:

  • Seksueel dimorfisme (morfologische verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes): het vrouwtje van de edelpapegaai heeft bijvoorbeeld een rood en paars lijfje met een zwarte snavel, terwijl het mannetje een groen lijfje en een beige snavel heeft. Omdat ze zo verschillend zijn, dachten experten heel lang dat het compleet andere soorten waren.
  • Erfelijkheid: wanneer een vogel van het type Rubino wordt gekruist met een vogel met een wildkleur zullen de vrouwelijke jongen uit die kruising altijd dezelfde kenmerken hebben als de vader.
    Bijvoorbeeld: Als de vader bij een kruising een wildkleur heeft en geen Rubino-drager is, zal het vrouwelijke jong een wildkleur hebben en geen Rubino-draagster zijn. Als de vader daarentegen wel van het type Rubino is, dan zal het vrouwelijke jong ook Rubino zijn.
  • DNA-geslachtsbepaling: hierbij wordt een veren- of bloedstaal genomen, dat dan naar een laboratorium gaat voor een moleculaire analyse via PCR (Polymerase Chain Reaction).

Nu je weet dat je een koppeltje hebt, zul je ze – afhankelijk van de soort – genoeg leefruimte moeten geven om de kansen op voortplanting te maximaliseren.
NB: denk eraan dat bepaalde soorten, zoals de Kakariki, meer dan 8 jongen kunnen krijgen, die nog gemiddeld 3 maanden bij hun ouders in de volière zullen moeten blijven.

Kweekkooi 67 (ref. 104 066N/G)

De voortplanting

Over het nest...

Het is heel belangrijk dat je de grootte van het nest afstemt op de soort die je hebt. Afhankelijk van de soort leg je er dan hennepstrooisel of een ander materiaal in.

Weetje: parkietenkoppels broeden afwisselend. Het mannetje voedt het vrouwtje vaak op de rand van het nest. Zij vliegt dan één of twee keer per dag uit om haar vleugels te strekken.

 
De voeding...

Het is heel belangrijk dat je je vogelkoppeltje op het kweken voorbereidt met een aangepaste zaadmix maar ook enkele voedingssupplementen:

  • Je zaadmix moet heel veel kanariezaad bevatten, maar ook niet meer dan 45%.
  • Geef ze dagelijks fruit (appel, peer, sinaasappel...) en groenten (sla, venkel, witloof, paardenbloem...) die je zorgvuldig spoelde.
  • Geef ze twee keer per week eiervoer vol proteïnen. Eenmaal de jongen uit het ei zijn gekomen, mogen ze ervan eten zoveel ze willen.
  • Denk er ook aan ze kiemgroenten, cuttlebone en oesterschelp te geven, want die zijn rijk aan mineralen.

Opgelet: de voeding kan verschillen van soort tot soort.

 De voortplantingsperiode...

Voor de meeste vogels begint de voortplantingsperiode in de lente, wanneer de dagen langer beginnen te worden. De vogels weten dan dat het tijd om is om aan hun gezinsuitbreiding te beginnen.
De voortplantingsperiode verschilt van soort tot soort en is ook afhankelijk van het klimaat.

Weetje: als je je vogels binnenhoudt, dan is het belangrijk dat je ze niet meer dan 2 keer per jaar hun eieren laat uitbroeden. Deze vogels kunnen zich immers het hele jaar voortplanten. Neem dus het nest weg zodra het laatste jong is uitgevlogen.

Hoe weet ik of mijn koppeltje er klaar voor is?

Eerst zal het mannetje zijn vrouwtje voeden. Daarna zal het vrouwtje plat op de stok gaan zitten zodat het mannetje op haar rug kan kruipen om te paren.

Het broeden...

Het broeden duurt 18 tot 21 dagen. De eieren komen een voor een uit.
Het vrouwtje begint 5 tot 7 dagen na het paren te broeden. Afhankelijk van de soort kan het vrouwtje 3 tot 12 eieren uitbroeden, aan een tempo van één ei om de 2 dagen.
Weetje: raak de eieren niet aan en maak ze ook niet schoon, hoe vuil ze ook zijn. Als de ouders hun eieren niet meer herkennen, stoppen ze met broeden.

Waarom moet ik vogels die bij mij zijn geboren ringen?

Wanneer je thuis jongen hebt gekregen, dan is het voor bepaalde soorten beter en zelfs verplicht om de jongen te ringen.
Dat ringen gebeurt in de eerste 8 tot 10 levensdagen van het jong, bij voorkeur met een gesloten ring. Je kunt die aanvragen bij een vereniging of club.
Die ring is de identiteitskaart van je vogel. Hij bevat ook de gegevens van de inschrijving bij de vereniging die je de ring bezorgde.
Als je vogel ontsnapt en wordt gevonden, kan de vinder contact opnemen met de vereniging die op de ring staat en kun je op de hoogte worden gebracht.

In dezelfde categorie

Ontdek onze actualiteit