Mijn hond trekt aan de leiband!

Soms wordt een wandeling met je hond een heuse lijdensweg. Een paal om uitgebreid aan te snuffelen, een kat die voorbijloopt, een hond die blaft... Je staat je al snel met de leiband rond je benen af te vragen wie hier nu eigenlijk met wie aan het wandelen is! Ik bied je dus met plezier 'wandelen, een handleiding' aan.

1- Inzicht in zijn gedrag:

Het grootste plezier in het leven van je hond bestaat uit de interactie die hij met jou heeft. En dat geldt ook tijdens een wandeling. Uiteraard strekt hij graag eens zijn pootjes, hapt hij graag wat frisse lucht en wil hij soortgenoten groeten... Maar wandelen is in de eerste plaats een bijzonder momentje tussen jou en hem. Al zijn aandacht moet dus naar jou zijn gericht. Als de hond aan de leiband trekt, wil dat zeggen dat hij geen duidelijke instructies kreeg. Kortom, dat jij je rol als dynamische leider niet vervult.

Jij zult de touwtjes (letterlijk én figuurlijk) dus kordaat maar vriendelijk in handen moeten nemen. Je hond wil alleen maar bijleren.

2- Kies het juiste materiaal:

Gebruik om te beginnen een platte halsband in leder of nylon, op maat van jouw hond. Gebruik voor de training geen tuigje, want dat stimuleert je hond alleen maar om nog meer te trekken. Gebruik een leiband van ongeveer 1 meter. Laat een ruimte van twee vingers tussen zijn halsband en zijn nek.

Neem ook wat lekkers mee om je hond te belonen. Dit is een heel aangename en efficiënte manier om snel resultaat te boeken. Gebruik bij voorkeur kleine hapjes die snel zijn opgegeten, zoals Classic Woofies.

3- Bereid de training voor:

Kies een rustige en omheinde plaats uit, zoals een tuin. Het is de bedoeling dat je alleen bent met je hond en dat hij niet kan worden afgeleid door auto's, andere honden of onbekenden.

Kies daarna een inleidend bevel en een uitvoerend bevel. Het inleidend bevel is de naam van je hond. Wanneer je zijn naam zegt, trek je zijn aandacht. Het uitvoerend bevel is de actie die je wilt. Je geeft hem een bevel: 'Lola, loop' of 'Lola, voet'. Welke woorden je kiest, maakt niet uit. Gebruik wel altijd dezelfde woorden voor dezelfde bevelen en spreek beide woorden afzonderlijk uit.

Bijvoorbeeld: 'Lola', een pauze, 'Loop'.

4- De training:

Het is de bedoeling dat je hond leert aan jouw been 'geplakt' te lopen. Een hond mag niet voorop lopen, maar ook niet achter jou blijven.

Zet je hond eerst op de juiste plaats. Als je rechtshandig bent en je de leiband dus met je rechterhand vasthoudt, plaats je je hond aan je linkerkant, en omgekeerd als je linkshandig bent.

De leiband mag nooit gespannen staan.

Baasjes van middelgrote of grote honden kunnen hun vrije hand gebruiken om hun hond zachtjes tegen hun been aan te drukken als die de neiging heeft af te dwalen, of om hem te feliciteren tijdens de training.

Geef je hond eerst het bevel naast jou te blijven staan (zittend of staand), tot hij perfect kalm is. Soms zul je geduld moeten oefenen …

Geef dan het inleidend bevel (zijn naam) om zijn aandacht te trekken. Beloon hem snel wanneer hij je aankijkt.

Geef dan het uitvoerend bevel ('loop' of 'voet') en zet een stap met het been waartegen je hond geplakt blijft. Herhaal deze twee bevelen bij iedere stap.

Als je hond versnelt, keer je weer om. Als je hond vertraagt, versnel jij. Als je hond naar links kijkt, ga jij naar rechts en omgekeerd. Blijf de bevelen geven.

Hou na vijf stappen halt en beloon je hond met iets lekkers en met aaitjes … Begin dan opnieuw met tien stappen, twintig stappen enz. En wees gerust: pas met veel geduld en doorzettingsvermogen zul je erin slagen je hond mooi bij jou in de pas te laten lopen. Het is teamwork dat je band zal versterken!

NB: bij moeilijke honden zul je soms een hondentrainer moeten inschakelen om de training af te stemmen op de persoonlijkheid van het dier.

Eric Tramson
https://www.erictramson.com/

Om in harmonie met zijn hond te kunnen samenleven en dagelijkse ergernissen te vermijden, ontwikkelde Eric Tramson, al ruim 20 jaar gediplomeerd hondentrainer, met succes zijn eigen methode, gebaseerd op training en positieve bekrachtiging.